Terug naar blogs

De Spoedwet aanpak stikstof

16 januari 2020
|
Blogs

Relevantie:

  • Op 1 januari 2020 is de Spoedwet aanpak stikstof in werking getreden.
  • Deze wet bevat een aantal maatregelen die op korte termijn de aanpak van stikstof mogelijk moeten maken.
  • Dit is relevant, omdat de maatregelen:
    • De stikstofbelasting op Natura 2000-gebieden moeten verminderen;
    • De natuur moeten herstellen;
    • De vergunningverlening voor activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken weer op gang moeten brengen (bijvoorbeeld van belang voor woningbouw);
    • Een (tijdelijke) oplossing biedt voor de PAS-uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak.
  • In het artikel zijn de vijf belangrijkste maatregelen van de wet op een rij gezet:
    • Mogelijkheid tot invoering van een drempelwaarde bij ministeriële regeling
    • Mogelijkheid tot invoering van een stikstofregistratiesysteem bij ministeriële regeling
    • Vervallen vergunningplicht voor activiteiten met niet-significante effecten
    • Mogelijkheid tot verandering van de samenstelling van veevoer
    • Versnelde procedures op grond van de Crisis- en herstelwet

Nadat de Eerste Kamer op 17 december 2019 de Spoedwet aanpak stikstof (ook wel: “SAS”) al aannam, is de wet op 1 januari jl. in werking getreden. De doelstelling van deze wet is enerzijds om de huidige stikstofbelasting terug te brengen en het natuurherstel te intensiveren. Anderzijds heeft de SAS als doel om de vergunningverlening voor activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken weer op gang te brengen. Om deze doelstellingen te realiseren bevat de SAS een aantal maatregelen. Wij zetten voor u de belangrijkste maatregelen van de SAS op een rij.

Mogelijkheid tot invoering van een drempelwaarde bij ministeriële regeling

De eerste maatregel waarin de SAS voorziet betreft de mogelijkheid tot het invoeren van een drempelwaarde door middel van een ministeriële regeling. 

Er is gekozen voor de mogelijkheid om een drempelwaarde middels een ministeriële regeling in te voeren, zodat een nieuwe drempelwaarde snel kan worden ingevoerd, landelijke gelding heeft en relatief gemakkelijk kan worden gewijzigd qua hoogte, categorieën van projecten die van de vrijstelling gebruik kunnen maken en de voorwaarden en beperkingen waaraan deze moeten voldoen.

Mogelijkheid tot invoering van een stikstofregistratiesysteem bij ministeriële regeling

Door de SAS is het daarnaast mogelijk gemaakt om door middel van een ministeriële regeling een stikstofregistratiesysteem in het leven te roepen. Dit systeem is bedoeld om ruimte te maken voor de woningbouw en infrastructuur.

Het stikstofregistratiesysteem registreert de reductie van de stikstofdepositie per locatie die is veroorzaakt door de getroffen aanvullende bronmaatregelen. Hierdoor wordt per locatie in kaart gebracht wat de beschikbare ‘stikstofruimte’ is als gevolg van de getroffen maatregelen. Volgens de wetgever kan dit systeem maatwerk bieden bij bijvoorbeeld het verlenen van een bouwvergunning per locatie. Bij de vergunningverlening kan namelijk een beroep worden gedaan op de ruimte binnen het stikstofregistratiesysteem. Als dat gebeurt wordt de betrokken hoeveelheid stikstof in dat systeem afgeboekt, zodat deze niet meer voor andere projecten beschikbaar is.

Vervallen vergunningplicht voor activiteiten met niet-significante effecten

De derde belangrijke maatregel die de SAS met zich meebrengt betreft het vervallen van de vergunningplicht voor activiteiten met niet-significante effecten.

Tot aan 1 januari gold de in artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming neergelegde vergunningplicht voor een Natura 2000-activiteit ook voor de zogenaamde ‘andere handelingen’ dan een project. Het gaat hier om activiteiten waarvan op voorhand kan worden gezegd dat zij niet-significante effecten op een Natura 2000-gebied hebben.

Door de inwerkingtreding van de SAS is de vergunning voor ‘andere handelingen’ komen te vervallen. Het kabinet tracht met het laten vervallen van de vergunningplicht voor deze handelingen de lasten voor burgers en bedrijven te voorkomen in situaties waarin op voorhand op basis van objectieve gegevens significant negatieve effecten voor Natura 2000-gebieden kunnen worden uitgesloten.

Mogelijkheid tot verandering van de samenstelling van veevoer

De vierde maatregel uit de SAS is dat de SAS voorziet in de mogelijkheid voorschriften te stellen inzake het voer en de voeding in het totale rantsoen van melkvee of varkens. Dit kan bijvoorbeeld door regels te stellen aan het gehalte aan bepaalde stoffen in dierlijke producten. Er zal gekeken worden naar zowel het ruwvoer, restproducten die worden gevoerd als naar het mengvoer dat het dier krijgt.

Volgens de wetgever zijn voermaatregelen een geschikt en doeltreffend middel voor de reductie van stikstofdepositie, omdat uit het National Emission Model for Agriculture blijkt dat verlaging van het eiwitgehalte in het voer direct is gerelateerd aan het totaal ammoniakaal stikstof (TAN) en dus tot reductie van de ammoniakemissie leidt.

De wetgever stelt als randvoorwaarde dat een verlaging van het eitwitgehalte in het veevoer geen negatieve gevolgen mag hebben voor de productiviteit of diergezondheid, dan wel voor de volksgezondheid.

De handhaving van de nieuwe diervoederregelgeving – die op basis van de door de SAS gecreëerde grondslag nog zal moeten worden opgesteld – komt te liggen bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Versnelde procedures op grond van Crisis- en herstelwet

Tot slot worden fysieke maatregelen ‘die bijdragen aan verbetering of herstel van de natuurwaarden in een Natura 2000-gebied’ toegevoegd aan bijlage I bij de Crisis- en herstelwet. Door de wijziging moet dergelijke fysieke maatregelen sneller toepassing vinden in de praktijk. Doordat deze maatregelen zijn toegevoegd aan bijlage I bij de Crisis- en herstelwet zijn de volgende bestuurlijke versnellingen van toepassing:

  • de bestuursrechter doet uitspraak binnen zes maanden na afloop van de beroepstermijn;
  • beroepsgronden zijn kenbaar voor afloop van de beroepstermijn;
  • wanneer een bestuursorgaan na vernietiging een nieuw besluit moet nemen, dan kan dit op grond van het oude feitenonderzoek;
  • decentrale overheden kunnen niet in beroep tegen een besluit van de rijksoverheid.

Vragen?

Met vragen over de Spoedwet aanpak stikstof kunt u contact opnemen met Patrick Zoeten of een andere collega van het team Omgevingsrecht.

De informatie uit dit blog is ontleend aan de Memorie van Toelichting bij de Spoedwet aanpak stikstof: Kamerstukken II 2019/20, 35347, 3.

Bericht delen op linkedin

Meer weten? Neem contact op met een van onze specialisten.

Gerelateerde nieuwsberichten

Al het nieuws

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief

Mis niets meer en meld u aan voor onze nieuwsbrief.

Velden met een * zijn verplicht

Ik geef toestemming dat TRIP Advocaten Notarissen mijn e-mailadres gebruikt voor het toesturen van de nieuwsbrief. U kunt meer lezen in ons Privacy en cookiesbeleid.

Terug naar blogs
Contact image

Contact

Als grootste juridische adviespraktijk van Noord-Nederland staan wij centraal bij onze cliënten Wij werken in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe (en ver daarbuiten) vanuit onze kantoren in Groningen, Leeuwarden en Assen.

Lees meer