Terug naar blogs

Sluiting voor onbepaalde tijd op grond van artikel 13b Opiumwet, evenredig?

Sluiting voor onbepaalde tijd op grond van artikel 13b Opiumwet, evenredig?
7 december 2022
|
Blogs

Relevantie

  • Voorafgaand aan de sluiting van een woning op grond van artikel 13b Opiumwet moet de burgemeester bezien of die maatregel evenredig is. Daarbij dient hij de geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid van die maatregel te betrekken.
  • Sluiting van een woning voor onbepaalde tijd is in beginsel niet evenwichtig en (dus) niet evenredig.
  • Sluiting voor onbepaalde tijd is slechts in uitzonderlijke gevallen toegestaan, omstandigheden zoals recidive kunnen daartoe aanleiding geven.
  • Bij sluiting voor onbepaalde tijd moet een moment worden opgenomen waarop de burgemeester het sluitingsbesluit ambtshalve zal heroverwegen. Daarvoor moet ook een duidelijk beoordelingskader worden opgenomen.

Inleiding

In een uitspraak van 31 augustus 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2544) heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) de vraag beantwoord of een burgemeester een woning voor onbepaalde tijd mag sluiten op grond van artikel 13b Opiumwet. Deze uitspraak sluit aan bij de nieuwe lijn die bestuursrechters sinds het begin van dit jaar hanteren, waarbij de evenredigheid van besluiten ten aanzien waarvan het bestuursorgaan beleidsruimte heeft intensiever wordt getoetst.

In herinnering: het ‘nieuwe’ evenredigheidsbeginsel

De Afdeling deed op 2 februari jl. uitspraak in drie zaken waarin zij eerder een conclusie had gevraagd aan de staatsraden A-G Widdershoven en Wattel. Twee van die zaken betroffen woningsluiting op grond van artikel 13b Opiumwet (ECLI:NL:RVS:2022:285 en ECLI:NL:RVS:2022:335). Uit die uitspraken volgt dat de bestuursrechter voortaan anders toetst aan het evenredigheidsbeginsel. Die toetsing is afhankelijk van een veelheid van factoren en verschilt daarom van geval tot geval. Geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid spelen daarbij een rol. De intensiteit van de toetsing wordt bepaald door onder meer de aard en de mate van de beleidsruimte van het bestuursorgaan, de aard en het gewicht van de met het besluit te dienen doelen en de aard van de betrokken belangen en de mate waarin deze door het besluit worden geraakt. Naarmate die belangen zwaarder wegen, de nadelige gevolgen van het besluit ernstiger zijn of het besluit een grotere inbreuk maakt op fundamentele rechten, zal de toetsing intensiever zijn.

Voorafgaand aan het sluiten van een pand op grond van artikel 13b Opiumwet dient de burgemeester aldus te beoordelen of dat besluit

1) geschikt is om het doel te bereiken, 2) noodzakelijk is of dat met een minder vergaande maatregel kon worden volstaan en 3) of de maatregel in het concrete geval evenwichtig is. In de onderhavige uitspraak kwam de vraag aan de orde of sluiting voor onbepaalde tijd evenwichtig, en daarmee evenredig is.

Wat speelde er?

Appellant is eigenaar van de woning die hij verhuurde. De burgemeester heeft de woning in 2018 voor de duur van drie maanden gesloten, nadat daar een hennepplantage werd aangetroffen. Bij een controle in de woning op 27 oktober 2020 zijn een koffer met 1 kg cocaïne, rollen tape, weegschalen, verpakkingsmaterialen en big shoppers aangetroffen.

De burgemeester heeft in beleidsregels bepaald hoe hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid op grond van artikel 13b Opiumwet om woningen te sluiten. Hierin staat dat bij een woning in beginsel een sluitingstermijn van drie maanden wordt gehanteerd. In het geval dat in een woning binnen drie jaar voor een tweede maal drugs worden aangetroffen, kan een woning voor onbepaalde tijd worden gesloten. De belanghebbende kan een verzoek tot opheffing van de sluiting indienen, maar de burgemeester gaat in beginsel alleen in zeer bijzondere nieuwe omstandigheden over tot eerdere heropening van een woning.

Bij besluit van 18 december 2020 heeft de burgemeester gelast de woning te sluiten voor onbepaalde tijd op grond van artikel 13b Opiumwet, een en ander overeenkomstig het beleid. De burgemeester heeft zich op het standpunt gesteld dat sluiting voor onbepaalde tijd in dit geval was aangewezen, vanwege de grote hoeveelheid drugs. De burgemeester heeft daarbij meegewogen dat de woning feitelijk onbewoond was.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de burgemeester sluiting noodzakelijk mocht vinden. De burgemeester heeft aannemelijk kunnen achten dat de woning bekend stond als drugspand waar drugs kunnen worden aangetroffen, wat een ernstig gevaar voor de openbare orde oplevert. De burgemeester heeft zich volgens de rechtbank redelijkerwijs op het standpunt kunnen stellen dat de belangen van appellant bij het open blijven van de woning minder zwaar wegen dan het belang bij sluiting van de woning. Appellant had concreet toezicht moeten houden op het pand. Daarbij heeft de rechtbank van belang gevonden dat de burgemeester op de zitting heeft toegelicht dat een sluiting voor onbepaalde tijd niet betekent dat de woning tot in het oneindige gesloten blijft. Er kan namelijk een verzoek om heropening worden ingediend.

Wat vindt de Afdeling?

Met verwijzing naar een van haar uitspraken van 2 februari 2022 maakt de Afdeling in de eerste plaats andermaal duidelijk dat het evenredigheidsbeginsel ook geldt voor beleidsregels. Als de (on)evenredigheid van het bestreden besluit tussen partijen in geschil is en dat besluit in zoverre (mede) op een beleidsregel berust, dan toetst de bestuursrechter, al dan niet uitdrukkelijk, ook de evenredigheid van de beleidsregel.

De Afdeling overweegt dat een sluiting van een woning inbreuk maakt op de rechten van de rechthebbenden op die woning en daarom niet langer mag duren dan noodzakelijk. Hoe lang een woning gesloten moet worden, is ter beoordeling van de burgemeester. Hij dient daar, al dan niet op basis van beleid, vooraf een inschatting van te maken. Volgens de Afdeling brengt het belang van de rechtszekerheid echter met zich dat bij sluiting van een woning op grond van de Opiumwet in beginsel een termijn moet worden verbonden aan het besluit. Dat de mogelijkheid bestaat om bij een sluiting voor onbepaalde tijd om heropening van de woning te vragen doet hier volgens de Afdeling niet aan af.

Sluiting van een woning voor onbepaalde tijd, waarbij het initiatief tot heropening bij de rechthebbenden wordt gelegd, terwijl zij niet weten wanneer zij daartoe een reëel en kansrijk verzoek kunnen doen, is volgens de Afdeling daarom in strijd met de rechtszekerheid.

Slechts in uitzonderlijke gevallen, zoals bijvoorbeeld recidive, kan een woning voor onbepaalde tijd worden gesloten. Ook in die gevallen zal de sluiting echter niet langer mogen duren dan voor het herstel van de openbare orde noodzakelijk is. Daartoe zal in het beleid of in het besluit een bepaald moment moeten worden opgenomen waarop de burgemeester het sluitingsbesluit in het licht van de al dan niet herstelde openbare orde ambtshalve zal heroverwegen. In het beleid of in het besluit dient ook een duidelijk beoordelingskader te worden opgenomen.

Welke sluitingsduur is wel evenredig?

Die vraag valt niet op voorhand te beantwoorden. In de overzichtsuitspraak van de Afdeling van 28 augustus 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2912) is overwogen dat bij die beoordeling verschillende omstandigheden van belang zijn, zoals de mate van verwijtbaarheid van de aangeschreven persoon, een bijzondere binding met het pand en de mogelijkheid om weer van het pand gebruik te kunnen maken. De nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de burgemeester een sluiting noodzakelijk mocht vinden. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.

In uitspraken van 16 maart 2022, 6 juli 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1881) en 24 augustus 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2444) vond de Afdeling een sluiting van drie maanden niet onevenredig. In uitspraken van 13 juli 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1969), 20 juli 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2068), 3 augustus 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2254) en 7 september 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2630) was een sluiting voor de duur van zes maanden volgens de Afdeling evenmin onevenredig. Zelfs sluiting voor de duur van 12 maanden werd in een uitspraak van 3 augustus (ECLI:NL:RVS:2022:2256) niet onevenredig geacht.

Een voorbeeld van een geval waarin de duur wel onevenredig werd geacht is te vinden in  een uitspraak van 31 augustus 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2523). Daarin oordeelde de Afdeling dat sluiting voor de duur van zes maanden niet evenredig is en bepaalde dat de panden voor de duur van drie maanden gesloten mochten worden. In een uitspraak van 6 juli 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1911) oordeelde de Afdeling dat een sluiting voor de duur van 12 maanden onevenredig is. In een andere uitspraak van diezelfde datum (ECLI:NL:RVS:2022:1910) vond de Afdeling een sluiting voor de duur van 24 maanden eveneens onevenredig. Sluiting voor de duur van 12 maanden was volgende de Afdeling wel toegestaan.

Conclusie

De burgemeester heeft de bevoegdheid om panden te sluiten op grond van artikel 13b Opiumwet. Daarbij dient hij zich ervan te verzekeren dat sluiting geschikt en noodzakelijk is. Als dat zo is, dient hij zich ervan te vergewissen dat de duur van de sluiting evenwichtig is, ook als de duur in overeenstemming is met de duur die volgt uit een beleidsregel. Of de duur evenwichtig is, is afhankelijk van verschillende omstandigheden en moet per geval worden beoordeeld. Uit de hiervoor aangehaalde jurisprudentie kan in algemene zin worden geconcludeerd dat een langere sluitingsduur door de Afdeling eerder als onevenredig wordt bestempeld. Tegelijkertijd kan een lange sluitingsduur van bijvoorbeeld 12 maanden in bepaalde gevallen ook evenredig zijn. In de onderhavige uitspraak trekt de Afdeling echter een duidelijke grens bij sluitingen voor onbepaalde tijd. Dergelijke sluitingen zijn in beginsel niet toegestaan. Dat is slechts in uitzonderlijke gevallen mogelijk. Ook voor die gevallen geldt dat (in het betreffende besluit of het beleid) een moment moet worden opgenomen waarop de burgemeester het sluitingsbesluit ambtshalve zal heroverwegen. Daarvoor moet een duidelijk beoordelingskader worden opgenomen.

Heeft u vragen over dit onderwerp of een van de genoemde uitspraken, neem dan contact op met onze afdeling bestuursrecht.

Bericht delen op linkedin

Meer weten? Neem contact op met een van onze specialisten.

Gerelateerde nieuwsberichten

Al het nieuws

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief

Mis niets meer en meld u aan voor onze nieuwsbrief.

Velden met een * zijn verplicht

Ik geef toestemming dat TRIP Advocaten Notarissen mijn e-mailadres gebruikt voor het toesturen van de nieuwsbrief. U kunt meer lezen in ons Privacy en cookiesbeleid.

Terug naar blogs
Contact image

Contact

Als grootste juridische adviespraktijk van Noord-Nederland staan wij centraal bij onze cliënten Wij werken in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe (en ver daarbuiten) vanuit onze kantoren in Groningen, Leeuwarden en Assen.

Lees meer