Herkent u het volgende? U bent getrouwd en één van u ontvangt geld uit een erfenis met een zogeheten ‘uitsluitingsclausule’. De erfenis wordt gebruikt om uitgaven te doen die normaal gesproken niet gedaan konden worden. Er wordt bijvoorbeeld een extra lange vakantie geboekt of tot een verbouwing van de woning besloten. Komt het tot een echtscheiding, dan ontstaat over de erfenis vaak discussie. Moet de erfenis worden vergoed of geldt het principe van ‘op is op’?
Over deze kwestie wordt al jarenlang gediscussieerd en geprocedeerd. Tot nu toe waren het steeds de vier Gerechtshoven in Nederland die daarover als laatsten beslisten. De Gerechtshoven waren het onderling niet met elkaar eens. Dat leidde tot rechtsongelijkheid. Afhankelijk van waar de echtgenoten woonden, was er juist wel of juist geen vergoedingsrecht. De Hoge Raad, ons hoogste rechtscollege, heeft aan deze ongelijkheid nu een einde gemaakt met zijn uitspraak van 5 april 2019 (ECLI:NL:HR:2019:504). De Hoge Raad heeft beslist dat een echtgenoot in beginsel een vergoedingsrecht heeft als geld uit een erfenis of schenking met uitsluitingsclausule, is besteed voor huishoudelijke en consumptieve uitgaven voor de echtgenoten gezamenlijk.
En hoe moet het dan met die lang gewenste vakantie of verbouwing?
De Hoge Raad noemt in zijn uitspraak een paar voorbeelden van situaties waarin een vergoedingsrecht niet geldend kan worden gemaakt. Eén van de door de Hoge Raad genoemde voorbeelden is dat de echtgenoten uitdrukkelijk of stilzwijgend afspreken dat met betrekking tot bepaalde uitgaven geen aanspraak op vergoeding bestaat. Om bewijsproblemen te voorkomen, is het aan te raden om zo’n afspraak schriftelijk vast te leggen en wel voordat de uitgaven worden gedaan. Die schriftelijke vastlegging komt de vakantievreugde misschien niet direct ten goede, maar voorkomt wel verrassingen achteraf.
Voor vragen over familie- en erfrecht kunt u contact opnemen met Jildou van der Werf