De wet bepaalt duidelijk dat een werknemer recht heeft op de transitievergoeding als een arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd wanneer de werkgever een tijdelijk dienstverband niet verlengt of de werkgever de arbeidsovereenkomst op een andere manier beëindigt. In de praktijk blijkt het nogal eens mis te gaan.
Heldere wettekst
In een zaak die onlangs diende bij de rechtbank Limburg had de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en werkgever exact 24 maanden geduurd. De werknemer vroeg om betaling van de transitievergoeding, maar de werkgever weigerde te betalen. De werkgever trok zich weinig aan van de wet en stelde zich op het standpunt dat een arbeidsovereenkomst langer dan 24 maanden moet duren voordat een werknemer recht heeft op de transitievergoeding. De kantonrechter stelde de werkgever in het ongelijk en oordeelde dat de wet helder is: wanneer een arbeidsovereenkomst 24 maanden of langer heeft geduurd, heeft de werknemer in principe recht op de transitievergoeding.
Procederen in dit geval dus zinloos
Misschien dat de werkgever in kwestie twee regels door elkaar heeft gehaald. Een opfrisser: een vast contract ontstaat pas als de arbeidsovereenkomst langer dan 24 maanden heeft geduurd, de transitievergoeding is daarentegen al verschuldigd vanaf het moment dat de arbeidsovereenkomst exact 24 maanden heeft geduurd.
Wilt u meer informatie of advisering over de transitievergoeding en andere arbeidsrechtgerelateerde onderwerpen, neem dat contact op met mr. Jochem Frons.