Terug naar blogs

Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) en warmtetransitie

Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) en warmtetransitie
1 juni 2023
|
Blogs

Relevantie:

  • Nederland staat voor de opgave om de CO2-uitstoot te verminderen tot een niveau dat 95% lager ligt in 2050 dan in 1990.
  • De verwachting is dat collectieve warmtesystemen een substantiële bijdrage zullen leveren aan de grote ambitie voor verduurzaming van de gebouwde omgeving.
  • Om de doelstelling uit het Klimaatakkoord te bewerkstelligen wordt voorzien in een nieuw wettelijk stelsel, waaronder de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw).
  • Het conceptwetsvoorstel Wet collectieve warmtevoorziening vormt een onderdeel van de uitwerking van de wijkgerichte aanpak in het Klimaatakkoord, met specifieke regels over de collectieve warmtevoorziening. 
  • Op grond van het conceptwetsvoorstel Wet collectieve warmtevoorziening kunnen gemeenten de regie voeren in het faciliteren van collectieve warmtesystemen.
  • De gemeente bepaalt waar en wanneer er in haar gemeente mogelijk gekozen wordt voor een collectief warmtesysteem als alternatief voor warmtevoorziening met behulp van aardgas. 

Verduurzaming van de gebouwde omgeving: uitdagingen en doelen

Nederland staat voor de opgave om de CO2-uitstoot te verminderen tot een niveau dat 95% lager ligt in 2050 dan in 1990. Het doel is de wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken. Deze doelstelling vertaalt zich onder andere in een grote ambitie voor verduurzaming van de gebouwde omgeving. De verwachting is dat collectieve warmtesystemen hierin een substantiële bijdrage zullen leveren. De omslag naar een collectief warmtesysteem in de gebouwde omgeving vereist in veel gevallen de ontsluiting van nieuwe warmtebronnen en de realisatie van nieuwe infrastructuur.

Een behoorlijke opgave, waarbij de regie grotendeels wordt neergelegd bij de decentrale overheden. Gemeenten geven aan dat zij onvoldoende instrumenten hebben om te kunnen sturen op de ontwikkeling en exploitatie van collectieve warmtesystemen.[1] De huidige wet- en regelgeving schiet tekort om de warmtetransitie te bewerkstelligen. Om deze knelpunten weg te nemen wordt voorzien in een nieuw wettelijk stelsel, waaronder de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw).

Nieuwe wettelijke regeling: het conceptwetsvoorstel Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw)

Een van die wetten is het conceptwetsvoorstel Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) op basis waarvan gemeenten de regie kunnen voeren. De gekozen ordening in het wetsvoorstel sluit zo goed mogelijk aan op de wijkgerichte aanpak in het Klimaatakkoord. Het conceptwetsvoorstel Wcw heeft tot doel de groei en verduurzaming van collectieve warmtesystemen in de gebouwde omgeving te faciliteren. Om collectieve warmtesystemen tot stand te laten komen is een duidelijke overheidsregie gewenst. De gemeente bepaalt waar en wanneer mogelijk gekozen wordt voor een collectief warmtesysteem. In dit blogartikel gaan we stapsgewijs in op de stappen en instrumenten van de gemeente. Dit onder de toekomstige wet- en regelgeving bij het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving, waarbij de Wcw centraal staat.

9 stappen naar een collectief warmtesysteem: het proces onder de Wcw

Stap 1: Transitie visie warmte: belangrijk instrument voor verduurzaming

Het besluitvormingsproces voor een collectieve warmtevoorziening begint met een zogeheten transitievisie warmte. De transitievisie warmte vormt weliswaar geen onderdeel van de Wcw, maar is wel een belangrijk instrument bij de realisatie van een collectieve warmtevoorziening. De transitievisie warmte volgt uit het Klimaatakkoord op grond waarvan de gemeenten uiterlijk in 2021 een tijdpad bepalen voor een stapsgewijze aanpak gericht op een aardgasvrije gebouwde omgeving.[2] Daarin benoemt de gemeente wijken waarin zij aan de slag gaat om te verduurzamen. Ook wordt in de transitievisie warmte in beeld gebracht welke potentieel duurzame warmtealternatieven beschikbaar zijn.

Stap 2: Participatieproces bij de realisatie van een warmtenet

Vervolgens vindt op basis daarvan een participatieproces plaats. Net als de transitievisie warmte, vormt ook dit geen onderdeel van de Wcw. Maar is dit wel een belangrijk proces bij de realisatie van een warmtenet. In dit proces houdt de gemeente rekening met de positie van verschillende stakeholders, door te overleggen over de nadere invulling van de keuzes en de planning.

Stap 3: Vaststellen van warmtekavels: regie van gemeenten

Een bevoegdheid die wél volgt uit de Wcw, is de vaststelling van een warmtekavel door het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college).[3] Deze vaststelling is gebaseerd op de transitievisie warmte en de uitkomsten van het participatieproces. Een warmtekavel is een gebied in een of meerdere gemeenten waarbinnen de wijken liggen waarin de gemeente van plan is om te kiezen voor een warmtenet. De vaststelling van een warmtekavel heeft daarmee geen rechtsgevolgen voor de bewoners en gebouweigenaren binnen het kavel. De rechtsgevolgen zullen pas aan de orde zijn bij de besluitvorming door de gemeente in het omgevingsplan (zie hierna onder stap 7) in het kader van de wijkgerichte aanpak.

Stap 4: Aanwijzen van een warmtebedrijf onder de Wcw

Nadat het warmtekavel is vastgesteld dient het college een warmtebedrijf aan te wijzen. Ook dit is een bevoegdheid die voortvloeit uit de Wcw en waarvoor het wetsvoorstel diverse waarborgen bevat. Binnen het warmtekavel heeft het warmtebedrijf het exclusieve recht om warmte te transporten en te leveren. Verder bepaalt de Wcw dat het aangewezen warmtebedrijf integraal verantwoordelijk is voor de realisatie en exploitatie van het collectief warmtesysteem en verplicht is om de verbruikers aan te sluiten op het warmtenet. Daarmee wordt een “recht op warmte” geïntroduceerd, in plaats van het huidige “recht op aardgas”. In dat kader worden in de Wcw de taken en verplichtingen geregeld die voor het warmtebedrijf gelden.

Stap 5: Kavelplan: cruciale stappen in de wijkgerichte aanpak

Als onderdeel daarvan is het warmtebedrijf verplicht om op verzoek van het college een uitgewerkt kavelplan op te stellen voor het gehele warmtekavel of een deel daarvan.[4] Dit kavelplan is een concreet plan dat zich toespitst op de wijken binnen het warmtekavel. Het college moet op grond van de Wcw instemmen met het opgestelde kavelplan van het warmtebedrijf. Op die manier kan het college in het kader van zijn regierol de mogelijkheid toetsen of het kavelplan voldoende overeenstemt met de wensen van de gemeente en de uitkomst van het participatieproces. Ook wordt daarmee gewaarborgd dat het kavelplan de informatie bevat die de gemeente nodig heeft voor haar besluitvorming.[5]

Stap 6: Uitvoeringsplan en de overgang naar duurzame warmtevoorziening

Het kavelplan bevat, na instemming van het college, belangrijke input voor het door de gemeente op te stellen uitvoeringsplan. Het uitvoeringsplan heeft geen basis in de Wcw maar vloeit, net als de transitievisie warmte, voort uit het Klimaatakkoord. Dit plan biedt een totaaloverzicht van welke stappen wanneer en door welke partij(en) moeten worden gezet om het gekozen alternatief, zoals een collectieve warmtevoorziening, voor een wijk te realiseren.

Stap 7: Omgevingsplan en de overgang naar afschakeling gas

Het uitvoeringsplan is op zijn beurt een belangrijke bouwsteen voor de onderbouwing van het toekomstige omgevingsplan onder de Omgevingswet. Hierin moet de gekozen alternatieve warmtevoorziening en de datum waarop de wijk van het gas afschakelt worden opgenomen. Het omgevingsplan moet verder mogelijk maken dat bijvoorbeeld een warmtenet daadwerkelijk kan worden aangelegd.

Stap 8: Opt-out mogelijkheid voor gebouweigenaren: individuele warmtevoorziening

Als in het omgevingsplan een keuze is gemaakt voor een collectief warmtesysteem, dan volgt er een zogeheten inventarisatie opt-out. Een gebouweigenaar kan ervoor kiezen om geen gebruik te maken van het collectieve warmtesysteem en in plaats daarvan te kiezen voor een individuele warmtevoorziening. Ook hiervoor bevat de Wcw regels waardoor van deze mogelijkheid gebruik kan worden gemaakt. Deze regels zien erop toe dat niet te veel gebouweigenaren van deze opt-out gebruikmaken, omdat anders de businesscase van het warmtebedrijf niet meer klopt.[6]

Stap 9: Investeringsplan en de exploitatie van een collectief warmtesysteem

Het sluitstuk van het proces naar een collectief warmtesysteem is het investeringsplan dat op grond van de Wcw moet worden opgesteld door het aangewezen warmtebedrijf. Het ontwerp-investeringsplan moet ter beoordeling worden voorgelegd aan de ACM voordat deze kan worden vastgesteld. De Wcw bevat regels waaraan het investeringsplan moet voldoen. Nadat de in het investeringsplan opgenomen investeringen zijn uitgevoerd, kan het warmtebedrijf van start met de exploitatie van het collectief warmtesysteem en de levering van warmte.[7]

Het belang van de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) voor verduurzaming

Het wetsvoorstel Wcw vormt een onderdeel van de uitwerking van de wijkgerichte aanpak in het Klimaatakkoord, met specifieke regels over de collectieve warmtevoorziening. Wat ons betreft is het wetsvoorstel een belangrijke stap om tot een verduurzaming van de gebouwde omgeving te komen. Hiervoor zal echter ook andere regelgeving nodig zijn om tot een wijkgerichte aanpak te komen, waardoor er de komende jaren binnen de wijkgerichte aanpak nieuwe bevoegdheden en mogelijkheden ontstaan. Op grond hiervan kunnen de gemeenten die regierol ook nemen. Hebt u vragen over de komst van de Wcw? Neemt u dan gerust contact op met een van onze specialisten van de sectie Energierecht.


[1] TNO (2019), Gemeentelijke besluitvorming warmtenetten.

[2] Ontwerptoelichting Wcw, p. 12.

[3] Artikel 2.1 Wcw.

[4] Ontwerptoelichting Wcw, p. 12.

[5] Ontwerptoelichting Wcw, p. 26.

[6] Ontwerptoelichting Wcw, p. 43.

[7] Ontwerptoelichting Wcw, p. 14.

Bericht delen op linkedin

Meer weten? Neem contact op met een van onze specialisten.

Gerelateerde nieuwsberichten

Al het nieuws

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief

Mis niets meer en meld u aan voor onze nieuwsbrief.

Velden met een * zijn verplicht

Ik geef toestemming dat TRIP Advocaten Notarissen mijn e-mailadres gebruikt voor het toesturen van de nieuwsbrief. U kunt meer lezen in ons Privacy en cookiesbeleid.

Terug naar blogs
Contact image

Contact

Als grootste juridische adviespraktijk van Noord-Nederland staan wij centraal bij onze cliënten Wij werken in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe (en ver daarbuiten) vanuit onze kantoren in Groningen, Leeuwarden en Assen.

Lees meer