Terug
HomeActueelBestuursorgaan niet-ontvankelijk? Het belang van een rechtsgeldig procesbesluit

Bestuursorgaan niet-ontvankelijk? Het belang van een rechtsgeldig procesbesluit

5 min |
2 december 2020
|
Blogs
Bestuursorgaan niet-ontvankelijk? Het belang van een rechtsgeldig procesbesluit

Geschreven door:

Diana Garcea

Relevantie:

  • het bevoegde bestuursorgaan moet tijdig een procesbesluit nemen om te kunnen procederen;
  • dit geldt zowel voor bestuursrechtelijke als civiele procedures;
  • de sanctie op het ontbreken van een tijdig en bevoegd genomen procesbesluit is niet-ontvankelijkheid;
  • hierop bestaan slechts zeer beperkte uitzonderingen.

Een bestuursorgaan moet een procesbesluit nemen alvorens te kunnen procederen. Een procesbesluit is niet alleen vereist voor het instellen van rechtsmiddelen in bestuursrechtelijke kwesties, zoals (hoger) beroep of incidenteel (hoger) beroep, maar ook voor het voeren van civiele procedures. In de praktijk blijkt echter de nodige onduidelijkheid te bestaan over wanneer een procesbesluit al dan niet tijdig is genomen en in welke gevallen het ontbreken van een rechtsgeldig genomen procesbesluit kan worden hersteld. De bestuursrechter en de civiele rechter gaan hier verschillend mee om. Procederen zonder een tijdig genomen procesbesluit, leidt bij de bestuursrechter (vooralsnog) tot niet-ontvankelijkheid. Ook voor civiele procedures is een procesbesluit nodig, maar is niet-ontvankelijkheid minder snel aan de orde.

In dit nieuwsbericht komt kort het procesbesluit aan de hand van de meest relevante rechtspraak nader aan de orde, waarbij de belangrijkste aandachtspunten worden uiteengezet. Tot slot wordt afgerond met een aanbeveling.

Een procesbesluit: wat is dat ook alweer?

  • In de wet is geregeld wie binnen de decentrale overheden besluit tot het voeren van rechtsgedingen, oftewel: wie het procesbesluit neemt. Bij gemeenten is dat het college van B&W en bij provincies is dit het college van GS (zie artikel 160, eerste lid, onder e van de Gemeentewet (Gemw) en artikel 158, eerste lid, onder e van de Provinciewet (Provw)).

Wanneer is sprake van een tijdig en bevoegd genomen procesbesluit?

  • In het bestuursrecht wordt een procesbesluit geacht tijdig te zijn genomen indien dit is gebeurd binnen de termijn voor het indienen van bezwaar of (hoger / incidenteel) beroep (artikel 6:7 jo 6:24 Awb).
  • Het verdient signalering dat het college niet bevoegd is namens de burgemeester als bestuursorgaan te besluiten tot het voeren van rechtsgedingen. Als een kwestie de burgemeester als bestuursorgaan aangaat, komt aan de burgemeester de bevoegdheid toe tot het nemen van een procesbesluit. Hij treedt ook namens zichzelf op bij de procedures.
  • Voor een rechtsgeldig procesbesluit van het college van B&W is in beginsel de instemming van het voltallige college vereist. Hierop bestaat een uitzondering indien het college op grond van artikel 168, eerste lid, Gemw (vgl. artikel 166 Provw) een of meer van zijn leden daartoe heeft gemachtigd (vgl. ABRS 10 augustus 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR4590, r.o. 2.1.2).
  • Daarnaast kan de bevoegdheid tot het nemen van een procesbesluit worden gemandateerd aan een of meer ambtenaren (vgl. ABRS 7 maart 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV8045, r.o. 2.2).

Gevolgen ontbreken tijdig en bevoegd genomen procesbesluit

Het ontbreken van een tijdig en bevoegd genomen procesbesluit kan leiden tot niet-ontvankelijkheid. De Afdeling hanteert daarin een strengere lijn dan de civiele rechter.

  • Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling volgt dat een niet-tijdig genomen procesbesluit gelet op de rechtszekerheid niet meer kan worden geheeld op grond van artikel 6:6 Awb – ook een bekrachtiging nadien biedt geen soelaas! (vgl. ABRS 22 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1104, ABRS 10 augustus 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR4590, ABRS 20 januari 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BK9929, ABRS 4 februari 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AO2893).
  • In civiele procedures bestaat in de meeste gevallen nog wel een herstelmogelijkheid van bevoegdheidsgebreken bij het instellen van een rechtsmiddel na de termijn (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 6 november 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9636 en HR 14 april 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5517).
  • De “strenge lijn” van de bestuursrechter wordt in de literatuur nog weleens bekritiseerd. Vooralsnog is de Afdeling echter nog niet van deze strenge lijn afgeweken.
  • De Afdeling lijkt slechts in beperkte situaties een uitzondering te maken op de strenge lijn. Zo was blijkens een zaak uit april 2011 door een daartoe bevoegd persoon tijdig hoger beroep ingesteld, maar niet duidelijk was of sprake was van een tijdig genomen procesbesluit. Gelet op de latere jurisprudentie van de Afdeling, zoals hiervoor in de eerste bullet is opgenomen, wordt in de literatuur aan deze uitspraak niet al te veel gewicht toegekend (ABRS 27 april 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BQ2616).
  • Daarnaast lijkt de Afdeling eveneens een uitzondering te maken ingeval het bestuursrechtelijk rechtsmiddel door een advocaat is ingediend, gelet op artikel 8:24, derde lid, Awb (vgl. ABRS 16 augustus 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AY6336 en ABRS 6 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1424). De Afdeling lijkt in deze rechtspraak van oordeel te zijn dat daarmee tevens een procesbesluit is genomen. Wij durven hier echter nog niet direct op te varen. Uit de laatstgenoemde uitspraak van 6 mei 2015 blijkt namelijk dat de Afdeling het ook van belang acht dat het college ter zitting te kennen heeft gegeven dat er tijdig een procesbesluit was genomen. Het is dus maar de vraag of slechts het inschakelen van een advocaat daadwerkelijk de gevolgen voor het ontbreken van een procesbesluit kan voorkomen, of dat daarvoor méér nodig is (zoals het ter zitting overleggen van stukken waaruit blijkt dat er wel een procesbesluit is genomen).

Aanbeveling

Uit een analyse van wetgeving en jurisprudentie volgt, dat als de gemeente (of de provincie) of een van haar bestuursorganen een procedure of verweer in een tegen haar gerichte procedure wil voeren, het van essentieel belang is dat er tijdig en rechtsgeldig een procesbesluit is genomen op straffe van niet-ontvankelijkheid. De Afdeling hanteert daarin een vaste strenge lijn. De enige uitzondering die de Afdeling hierop lijkt te maken, is in het geval waarin het bestuursorgaan zich laat bijstaan door een advocaat in de zin van artikel 8:24 Awb. Het is echter de vraag of het raadzaam is om in een dergelijke situatie van het nemen van een procesbesluit af te zien. De Afdeling lijkt namelijk eveneens mee te wegen dat bijvoorbeeld ter zitting is gebleken dat er tijdig een procesbesluit was genomen.

Het verdient dus wat ons betreft aanbeveling om altijd een tijdig en bevoegd genomen procesbesluit achter de hand te houden. Om de consistentie te borgen, verdient het ook in een civiele procedure aanbeveling om tijdig een rechtsgeldig procesbesluit te nemen –ondanks het feit dat de civiele rechter minder streng is en wel een herstelmogelijkheid toestaat.

Voor meer informatie over deze bijdrage kunt u contact opnemen met Diana Garcea.

Bericht delen op linkedin

Meer weten? Neem contact op met een van onze specialisten.

Gerelateerde expertises en branches

Nieuwste berichten

Al het nieuws

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief

Mis niets meer en meld u aan voor onze nieuwsbrief.

Velden met een * zijn verplicht

Ik geef toestemming dat TRIP Advocaten Notarissen mijn e-mailadres gebruikt voor het toesturen van de nieuwsbrief. U kunt meer lezen in ons Privacy en cookiesbeleid.

Terug naar blogs
Contact image

Contact

Als grootste juridische adviespraktijk van Noord-Nederland staan wij centraal bij onze cliënten Wij werken in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe (en ver daarbuiten) vanuit onze kantoren in Groningen, Leeuwarden en Assen.

Lees meer