Overheidsaansprakelijkheid: inspanningsverbintenis versus resultaatsverplichting
Relevantie:
- Er bestaat een wezenlijk verschil tussen een resultaatsverbintenis en een inspanningsverplichting;
- De bevoegdheidsverdeling binnen een gemeente wordt algemeen bekend verondersteld;
- Maar het loont hoe dan ook om het dossier op orde te hebben.
Casus in het kort
In een arrest van 13 augustus 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:6557) besliste het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep in een geschil tussen een ICT-bedrijf (Info Support) en twee gemeenten (Veenendaal en Ede). Aanleiding voor het geschil was de wens van Info Support om haar kantoor te verplaatsen. Info Support meende dat beide gemeenten een resultaatsverbintenis op zich hadden genomen om deze verplaatsing mogelijk te maken. Evenals de rechtbank komt het gerechtshof tot het oordeel dat geen sprake is van een resultaatsverbintenis, maar van een inspanningsverplichting. Daaraan is naar het oordeel van het gerechtshof door beide gemeenten voldoende invulling gegeven.
Info Support beriep zich op bindende toezeggingen van de gemeente Ede die onder meer in een gesprek met wethouders zouden zijn gedaan. Op basis van getuigenverhoren oordeelt het gerechtshof dat van bindende toezeggingen geen sprake is geweest. Op grond van de Gemeentewet waren de wethouders niet bevoegd om een overeenkomst te sluiten en Info Support mocht er ook niet op vertrouwen dat dit op grond van bijkomende omstandigheden wel zo was.
Het gerechtshof stelt vast dat het inmiddels vastgestelde bestemmingsplan voor het gebied waar Info Support zich wilde vestigen, vestiging van kantoren niet mogelijk maakt. Het gerechtshof overweegt op dit punt dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zich hierover reeds heeft uitgelaten, waarbij ook het argument van de inspanningsverplichting is meegewogen en niet gehonoreerd. Nu voldoende duidelijk is dat de provincie niet aan toekenning van een kantorenbestemming door de gemeente zou hebben meegewerkt, is van niet-nakoming van een inspanningsverplichting ook in die zin geen sprake. Ten slotte weegt het gerechtshof ook mee dat de gemeenten met Info Support in overleg blijven over herhuisvesting.
Nadere duiding
Een overheid die de helpende hand uitsteekt naar marktpartijen, moet soms goed op zijn vingers letten. Het komt met enige regelmaat voor dat meedenken leidt tot een claim dat de overheid toezeggingen heeft gedaan of afdwingbare verplichtingen is aangegaan. Als toezeggingen zijn gedaan of anderszins verplichtingen zijn aangegaan, is een belangrijke eerste vraag hoe deze juridisch moeten worden geduid.
Een eerste vraag die in deze zaak aan de orde was, is of de gemeente Veenendaal met een brief een resultaatsverbintenis was aangegaan of slechts een inspanningsverplichting. Het verschil tussen deze twee is wezenlijk. Zou sprake zijn geweest van een resultaatsverbintenis, dan zou de gemeente verplicht zijn om de bedrijfsverplaatsing mogelijk te maken. Een inspanningsverplichting leidt er uitsluitend toe dat de gemeente zich moet inspannen om de bedrijfsverplaatsing mogelijk te maken. Schending van een inspanningsplicht is minder snel aan de orde en ook moeilijker aan te tonen dan de niet-nakoming van een resultaatsverbintenis. Omdat overheden gebonden zijn aan publiekrechtelijke regelingen, rekening moeten houden met de belangen van derden, te maken hebben met een politiek-bestuurlijke context en vaak niet de enige betrokken overheid zijn, is het in het algemeen sterk aan te raden om slechts een inspanningsplicht aan te gaan.
In dit geval had de gemeente Veenendaal meteen al schriftelijk aangegeven dat er geen concrete toezeggingen konden worden gedaan. Zij was wel bereid om een inspanningsverplichting aan te gaan om Info Support in de gelegenheid te stellen haar plannen te verwezenlijken. Om het af te maken, had de gemeente duidelijk gewezen op onzekere factoren zoals de planologische procedure. Daar valt niets anders van te maken dan een inspanningsverplichting. Daaraan had de gemeente voldoende invulling gegeven.
De tweede vraag was of de gemeente Ede een resultaatsverbintenis of inspanningsverplichting was aangegaan. Info Support probeerde de gemeente Ede toezeggingen in de schoenen te schuiven en beriep zich op een aantal overleggen, waaronder één met twee wethouders. Het gerechtshof stelt hier terecht voorop dat uit artikel 160 lid 1 sub e Gemeentewet volgt dat wethouders niet bevoegd zijn te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten. Die bevoegdheid komt toe aan het college van burgemeester en wethouders. Info Support had dat moeten weten en mocht er niet op vertrouwen dat de wethouders in dit geval wel bevoegd waren.
Let wel, bijkomende omstandigheden kunnen tot een ander oordeel leiden, maar daarvan was in dit geval geen sprake. Intussen waren wel uitgebreide getuigenverhoren nodig om vast te stellen dat geen bindende toezeggingen waren gedaan. Dit had wellicht kunnen worden voorkomen door voor (en na) de besprekingen duidelijk en schriftelijk te berichten dat sprake was van vrijblijvende gesprekken en, bijvoorbeeld, een expliciet voorbehoud van bestuurlijke goedkeuring te maken.
De gemeente Veenendaal had Info Support al gewezen op de onzekerheid van een planologische procedure. Dit kwam uit, want het door de gemeente Ede vastgestelde bestemmingsplan liet de vestiging van een kantoor niet toe. Het oordeel van het gerechtshof komt erop neer dat deze uitkomst van de bestemmingsplanprocedure goed verdedigbaar is, mede vanwege het standpunt van de provincie die niet aan een kantoorbestemming zou hebben meegewerkt. Grond voor het aannemen van een schending van een inspanningsverplichting levert dit derhalve niet op.
Tot slot
Deze zaak laat zien hoe belangrijk het is dat een meedenkende en meewerkende overheid meteen duidelijk maakt hoever haar rol gaat én dit vervolgens consequent volhoudt. Hier was meteen al duidelijk dat de gemeente Veenendaal alleen een inspanningsverplichting op zich wilde nemen en geen concrete toezeggingen kon doen. Dat is maar goed ook, want als de gemeente een resultaatsverbintenis was aangegaan, zou zij daarin wel tekort zijn geschoten. Consequente rolvastheid kan meebrengen dat van tijd tot tijd nog eens wordt bevestigd dat geen concrete toezeggingen worden gedaan, ook niet als twee wethouders (van, in dit geval, de gemeente Ede) het gesprek aangaan. Met de algemeen bekend veronderstelde bevoegdheidsverdeling binnen de gemeente komen gemeenten heel ver en in dit geval kwam de gemeente (Ede) er goed af, maar daarvoor waren wel uitgebreide getuigenverhoren nodig. Het is beter om de discussie te vermijden en een duidelijk schriftelijk voorbehoud te maken.
Heeft u vragen of opmerkingen over dit artikel? Neem dan contact op met Elmer van der Kamp