Terug naar blogs

Studentpromovendi: wel of geen werknemers?

Studentpromovendi: wel of geen werknemers?
29 maart 2022
|
Blogs

In de zorgsector werken veel studenten, vaak in het kader van een opleidingstraject. Een gedeelte van deze studenten is werkzaam op basis van een opleidingsovereenkomst. Kwalificeert zo’n opleidingsovereenkomst als een ‘’gewone’’ arbeidsovereenkomst en is het arbeidsrecht met alle daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen van toepassing?

In een recente uitspraak oordeelde de Rechtbank Noord-Nederland dat een groep studentpromovendi, werkzaam bij een groot ziekenhuis, niet als werknemer kon worden gekwalificeerd en dat er geen sprake was van een arbeidsovereenkomst. In dit blog gaan we in op hoe de rechtbank tot deze conclusie is gekomen en waar het omslagpunt zit.

De casus

De betrokken studentpromovendi zijn bij het ziekenhuis werkzaam in het kader van een MD/PhD-traject waarbij de opleiding tot arts wordt gecombineerd met een promotieonderzoek. In de overeenkomsten die met de studentpromovendi zijn gesloten, is uitdrukkelijk bepaald dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Een groep studentpromovendi heeft deze kwalificatie aan de rechter voorgelegd en gesteld dat de overeenkomst met het ziekenhuis wel degelijk een arbeidsovereenkomst zou zijn. Zij sloten zich daarbij onder meer aan bij de inmiddels vaste rechtspraak dat de bedoeling van partijen bij de kwalificatie van een overeenkomst niet van belang is. Er moet worden gekeken of de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. Van een arbeidsovereenkomst is, ongeacht wat partijen hebben beoogd bij het sluiten van de overeenkomst, sprake is van de volgende drie elementen:

  1. arbeid gedurende zekere tijd;
  2. loon; en
  3. een gezagsverhouding.

De studentpromovendi hebben zich op het standpunt gesteld dat aan de hiervoor genoemde drie vereisten voor de kwalificatie als arbeidsovereenkomst is voldaan. Het ziekenhuis daarentegen heeft de aanwezigheid van alle drie de vereisten betwist en gesteld dat de studentpromovendi geen productieve arbeidsprestatie leveren. Ook zou er geen sprake zijn van loon, omdat de studentpromovendi een beurs ontvangen die wordt gefinancierd uit het Profileringsfonds. Tenslotte zou er, volgens het ziekenhuis, geen sprake zijn van een gezagsverhouding.

Overwegingen rechtbank

De rechter heeft het ziekenhuis in het gelijk gesteld. Hij heeft overwogen dat hij duidelijk een onderwijs- of opleidingsovereenkomst met de studentpromovendi ziet. Volgens hem zijn de inspanningen van de studentpromovendi om het door hen beoogde doel – het behalen van persoonlijk voordeel – te bereiken, geen arbeid als bedoeld in artikel 7:610 BW. Daarbij heeft hij van belang gevonden dat de studentpromovendi bewust een overeenkomst zijn aangegaan, die “recht geeft op onderwijs, opleiding, begeleiding en facilitering leidend tot haar proefschrift en haar academische graad van doctor”.

Ook van loon is volgens de rechter geen sprake. Een studiebeurs waarvan de hoogte als uitgangspunt gelijk is aan het nettosalaris van een werknemerpromovendus, kwalificeert niet als loon. Een dergelijke beurs heeft namelijk niet als doel om productieve arbeid te belonen. Het doel is meer promoties en verbetering van de positie van de studenten op de arbeidsmarkt.

Tot slot heeft de rechter geoordeeld dat een vorm van gezag aanwezig is die inherent is aan de onderwijssituatie. Een begeleider moet bepaalde tussenstappen van de studentpromovendi voor verbetering vatbaar kunnen laten zijn door wetenschappelijke argumentatie. Dit betekent echter niet dat er sprake is van een arbeidsrechtelijke gezagsverhouding. Ook het ontbreken van een verplichting onderwijs te geven, de vrije keus voor het promotieonderwerp en de promotor, het intellectuele recht op het onderzoeksresultaat en het niet verplicht aanwezig zijn, maken dat van een gezagsverhouding geen sprake is, aldus de rechter.

Kort en goed heeft de rechter dus geconcludeerd dat van een arbeidsovereenkomst geen sprake is. De vorderingen van de studentpromovendi worden afgewezen. De rechter sluit zijn beslissing zelfs af met een strenge noot richting de studentpromovendi met betrekking tot hun maatschappelijke positie:

‘’[eisers] [studentpromovendi, toevoeging: ondergetekenden] is in een florissante positie vergeleken met andere groepen die de bescherming van het arbeidsrecht hebben gezocht: buitenlandse werkers op een Groningse scheepswerf, buitenlandse vrachtwagenchauffeurs bij een Drents transportbedrijf, postpakketbezorgers, mensen met een uitkering op een postpakketsorteercentrum en maaltijdbezorgers. Ook omdat het antwoord op de vraag [of de studentpromovendi arbeidsrechtelijke bescherming nodig hebben, toevoeging: ondergetekenden] ontkennend luidt, komt de kantonrechter tot de conclusie dat er geen arbeidsovereenkomst bestaat tussen [eisers]  en [..]’’

Conclusie

Uit deze uitspraak kan worden afgeleid dat de rechter belang hecht aan het feit dat de overeenkomst primair gericht is op het vergroten van kennis, het opdoen van werkervaring en het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van de studentpromovendi. Ook kan uit deze uitspraak worden opgemaakt dat de rechter van mening is dat ook in het kader van een opleidingsovereenkomst bepaalde aanwijzingen gegeven mogen worden zonder dat meteen sprake is van een gezagsverhouding.

De hiervoor genoemde lessen, hoewel de uitspraak specifiek ziet op studentpromovendi werkzaam voor het betreffende ziekenhuis, zijn wat ons betreft ook van belang bij andere opleidingsovereenkomsten met dezelfde doelstellingen en waarbij ook wel degelijk instructies worden gegeven. Ook dan is niet zomaar sprake van een arbeidsovereenkomst.

Is een ZZP-er een “verkapte” werknemer?

Niet alleen bij opleidingsovereenkomsten zien wij steeds vaker discussie ontstaan over de kwalificatie van de gesloten overeenkomst, maar ook bij overeenkomsten met ZZP’ers. In de zorg zijn steeds meer ZZP-ers werkzaam. Ook komt het nogal eens voor dat voormalig werknemers liever werkzaam willen zijn op ZZP-basis en zich daarom laten inhuren door dezelfde werkgever voor precies dezelfde werkzaamheden als die zij uitvoerden als werknemer. De vraag dient zich dan aan of deze ZZP’ers eigenlijk niet gewoon ‘’verkapte’’ werknemers zijn. Een vraagstuk dat wellicht het onderwerp kan vormen van een volgend blog.

Heeft u vragen over de kwalificatie van een overeenkomst met studenten, een ZZP’er of andere bij u werkzame personen? Neem dan contact met ons op! Ook voor andere arbeidsrechtelijke vragen kunt u bij ons terecht. Bekijk hiervoor de Arbeidsrechtpagina.

Deze bijdrage is geschreven door mr. Willemijn Bos en mr. Robbie Leyten

Bericht delen op linkedin

Meer weten? Neem contact op met een van onze specialisten.

Gerelateerde nieuwsberichten

Al het nieuws

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief

Mis niets meer en meld u aan voor onze nieuwsbrief.

Velden met een * zijn verplicht

Ik geef toestemming dat TRIP Advocaten Notarissen mijn e-mailadres gebruikt voor het toesturen van de nieuwsbrief. U kunt meer lezen in ons Privacy en cookiesbeleid.

Terug naar blogs
Contact image

Contact

Als grootste juridische adviespraktijk van Noord-Nederland staan wij centraal bij onze cliënten Wij werken in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe (en ver daarbuiten) vanuit onze kantoren in Groningen, Leeuwarden en Assen.

Lees meer