Vorige week heeft minister Van Gennip de Eerste en Tweede Kamer geïnformeerd over een pakket maatregelen voor de arbeidsmarkt. Deze maatregelen zijn zoals het kabinet dit voor zich ziet met ingang van 1 januari 2025. De maatregelen hebben grote gevolgen voor werkgevers en werknemers. Zo komt de oproepovereenkomst te vervallen. En is er sprake van een nieuwe keten van arbeidsovereenkomsten als deze 5 jaar (in plaats van de huidige 6 maanden) onderbroken is.

Belangrijkste nieuwe maatregelen arbeidsmarkt

Hieronder vindt u de zes belangrijkste nieuwe maatregelen arbeidsmarkt op een rij:

1. Zelfstandigen moeten zich verplicht gaan verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Deze verplichting geldt voor elke zelfstandige IB-ondernemer (met en zonder personeel) en meewerkend partners. Resultaatsgenieters en directeur-grootaandeelhouders vallen niet onder deze verplichting. De zelfstandige verzekert zich standaard voor een uitkering van 70% van het laatstverdiende inkomen tot aan de grens van 143% WML. De uitkering is (zodoende) maximaal 100% van het WML.
   
2. Het oproepcontract verdwijnt en wordt vervangen door het “basiscontract”. In dit basiscontract moet zekerheid worden geboden over het minimale aantal uren (niet nul) per kwartaal of een kortere periode dat een werknemer wordt ingezet. De werknemer heeft op die manier ook zekerheid over het minimale inkomen in een periode. Boven op het minimale aantal uren mogen afspraken worden gemaakt over extra uren dat de werknemer beschikbaar moet zijn. Het maximaal aantal uren dat de werknemer verplicht beschikbaar moet zijn, wordt maximaal gesteld op 130% van het minimum aantal uren. Deze regeling geldt niet in geval (van bijbanen) van scholieren en studenten.
   
3. Uitzendkrachten krijgen sneller zekerheid over hun contract, doordat de meest onzekere fasen (A/1-2 en B/3) worden verkort. Daarnaast krijgen uitzendkrachten ten aanzien van alle arbeidsvoorwaarden recht op tenminste gelijkwaardige voorwaarden als werknemers die in dienst zijn bij het bedrijf waar de uitzendkracht aan wordt uitgeleend. Tenslotte komt er een certificeringsstelsel voor terbeschikkingstelling van arbeidskrachten.
   
4. De ketenregeling gaat deels op de schop. Afwijkingen ten aanzien van de wettelijke regeling zullen, seizoenswerk uitgezonderd, niet meer mogelijk zijn. Daarnaast zal pas sprake zijn van doorbreken van een keten na vijf jaar (in plaats van 6 maanden). Dit laatste geldt dan alleen weer niet in geval van scholieren en studenten. Voor die categorieën blijft de onderbrekingsperiode 6 maanden.
   
5. Na één jaar arbeidsongeschiktheid kan door een kleine werkgever (maximaal 100 werknemers) en werknemer gezamenlijk worden besloten tot het afsluiten van het eerste spoor. Komen ze niet tot overeenstemming, maar wil de werkgever het eerste spoor toch afsluiten, dan kan hij het UWV om toestemming hieromtrent vragen. Als het eerste spoor is afgesloten, is het uitgangspunt dat de werkgever de arbeidsovereenkomst na twee jaar onder voorwaarden kan opzeggen. De kleine werkgever hoeft de plek zo niet meer beschikbaar te houden voor de arbeidsongeschikte werknemer en hij kan op zoek naar duurzame vervanging.
   
6. Er komt een zogeheten calamiteitenregeling. Deze houdt in dat in extreme gevallen en voor de duur van maximaal zes maanden een werkgever zijn werknemers tijdelijk ander werk kan laten verrichten of werknemers minimaal 20% minder kan laten werken. Over het aantal niet-gewerkte uren moet 80% loon worden betaald, met als voorwaarde dat het totale loon niet meer dan 10% mag dalen of onder het wettelijk minimumloon mag komen. De werkgever kan voor de niet gewerkte uren een tegemoetkoming van 60% van de loonkosten vragen.

Heeft u vragen over de nieuwe maatregelen?

De brief van minister Van Gennip waarin ze de maatregelen voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket toelicht vindt u hier (voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket).

Heeft u naar aanleiding van de nieuwe maatregelen arbeidsmarkt vragen? Neem dan gerust contact op met één van onze arbeidsrechtspecialisten.